Dit jaar bestaat Lencon 25 jaar. Alle reden om oprichter Jan Willem Lucas te vragen naar het verhaal van het bedrijf. ‘Ik heb MTS-werktuigbouwkunde gedaan,’ vertelt Jan Willem. ‘In 1994 kwam ik bij mijn toenmalige werkgever in aanraking met het softwareprogramma Pro/ENGINEER, waarmee 3D ontworpen kon worden. Dat was voor die tijd heel vooruitstrevend. Ik vond dit heel erg boeiend en werd er zo bedreven in dat ik trainingen kon gaan geven. Zo heb ik mijn eerste stappen als consultant gezet en kon ik bijdragen aan technologische ontwikkelingen bij diverse opdrachtgevers.’

Een dure pc

Begin 1998 leerde Jan Willem zijn huidige accountant kennen. Onder het genot van een biertje vroeg deze of Jan Willem niet eens voor zichzelf moest beginnen. ‘Daar had ik eerlijk gezegd zelf ook weleens over nagedacht, maar ja, ik had inmiddels 4 kinderen, wat best een grote verantwoordelijkheid met zich meebrengt. Toch ging ik met het idee van een eigen bedrijf aan de slag. De bank begreep niet veel van mijn software-verhaal en zag een investering eigenlijk niet zitten: Wat koop je dan voor die 120.000 gulden?’ Lachend: ‘Een cd met software-licenties en een dure pc. Met hulp van de accountant kreeg ik uiteindelijk toch een krediet.’
Zo begon het avontuur en in juli 1998 ging het eenmansbedrijf Lencon van start. ‘De naam staat voor Lucas Engineering Consultants. Ik had in het begin nog geen bedrijfslocatie, en werkte op locatie van de opdrachtgever. Mijn zolderkamer was mijn kantoor.’

Consultancy en eigen projecten

Lencon had een voorspoedige start en al na twee maanden nam Jan Willem zijn eerste medewerker in dienst. Na veel opdrachten met focus op het modelleren met het 3D-programma kwam Philips met de vraag naar een tussenformaat kantoortelefoon. `Dat was niet heel complex, maar wel een mooie opdracht. En zo kwam ik erachter dat het uitvoeren van eigen projecten ook interessant was. Die combinatie van consultancy en eigen projecten is min of meer bij toeval ontstaan, maar heb ik vastgehouden voor Lencon.’

Spannende maar weloverwogen stap

In 2001 kreeg Lencon een eigen kantoor in Alphen aan den Rijn. Zes jaar later verhuisde het bedrijf naar Koudekerk en in 2016 naar de huidige locatie in Noordwijk. De verhuizing naar Noordwijk was een spannende maar weloverwogen stap.  `Ik ging voor een groot pand met ruimte voor een eigen werkplaats. Dit heeft gelukkig goed uitgepakt en juist de werkplaats heeft meerwaarde. Productontwikkeling in eigen huis is fantastisch! Van je scherm naar echt, naar tastbaar!’

Uitbreiding
Inmiddels werken er 34 mensen bij Lencon. Een groter bedrijf vraagt een andere organisatie.
`Ik heb medio 2021 Rob van Nes aangesteld als general manager. Daardoor heb ik zelf weer ruimte voor productontwikkeling, wat ik erg leuk blijf vinden. Op dit moment ben ik bezig met een platte laadkabel. Mensen die in een rijtjeshuis wonen hebben geen ruimte voor een eigen laadpaal en deze kabel biedt daar een oplossing voor. Er komen veel positieve reacties op de pilot die momenteel loopt. Ik heb dus meer vrijheid, maar ben en blijf enorm betrokken.’

Lencon DNA

`We zijn een hechte club en in onze outlook naar 2025 hebben we vastgelegd dat we streven naar maximaal 40 medewerkers. Alleen dan kunnen we het Lencon DNA behouden. Dat DNA staat voor saamhorigheid en loyaliteit, voor een soort familiegevoel. Natuurlijk willen we een gezond bedrijf zijn, maar we gaan niet keihard voor de winst.’

Jan Willem besluit zijn verhaal: `Bij ons DNA hoort natuurlijk ook het technisch innovatieve. We bieden one-stop-shopping. We gaan als bedrijf voor het ontzorgen van onze klanten en willen een zo breed mogelijk pakket aanbieden.’

Marnix Verweij werkt sinds november 2020 bij Lencon Consultancy als mechanical engineer. `Toen ik hier solliciteerde koos ik er bewust voor om géén consultant te worden. Ik koos wel heel bewust voor Lencon, omdat ik de afwisseling in klanten en projecten heel aantrekkelijk vond en vind. Maar na een maand ging ik tóch al als consultant aan de slag. Hoe dat kwam? Er kwam een opdracht bij een klant langs waarbij je met een bepaald tekenprogramma moest werken. Dat project sprak me heel erg aan. Dus toen heb ik toch ja gezegd’,  vertelt Marnix. ‘En het werken als consultant bevalt me heel goed. Mijn beeld klopte gewoon niet.’

Steeds een nieuwe uitdaging

`Het leuke van consultancy is dat je bij de wisselende opdrachtgevers steeds een kijkje in een andere keuken krijgt. Ieder bedrijf werkt immers weer anders. Eigenlijk begin je bij elke klant weer een beetje aan een nieuwe baan. Dat is heel boeiend en uitdagend.
Je wordt ingehuurd vanwege een capaciteitsprobleem, dus je bent ook echt nodig. Je wordt geacht direct inzetbaar te zijn, dus zeker in het begin is het even flink aanpoten. Maar je leert nergens sneller van dan door dagelijks met iets bezig te zijn. Je leercurve is dan ook heel steil.’

Diverse opdrachten
De eerste opdracht van Marnix was het meewerken aan de ontwikkeling van een onderwaterrobot. Deze opdracht duurde 6 maanden. Daarna volgde een klus in opdracht van de landmacht. ‘Daar heb ik zelf na 2 jaar aangegeven dat het mooi was geweest. De reistijd begon na corona weer flink op te lopen. Dat vond ik minder aantrekkelijk. Het is fijn dat je bij Lencon je voorkeuren kunt aangeven voor een opdracht of voor de regio waarin je wilt werken. Inmiddels ben ik bezig met mijn derde externe opdracht, dit keer een project in de semiconductor industry.’
‘Het coronavirus gooide de afgelopen jaren soms roet in het eten als het ging om externe opdrachten. Daarom heb ik af en toe ook een korte tijd intern bij Lencon meegewerkt aan een opdracht.’

Mooie ervaringen
‘Een hoogtepunt in mijn werk voor Lencon Consultancy beleefde ik denk ik bij mijn tweede opdrachtgever. Daar werd het product vrijgegeven waaraan ik had meegewerkt, dat is gewoon heel gaaf. Wat ik ook bijzonder en mooi in dit werk vind is hoe makkelijk er contacten ontstaan met nieuwe collega’s en hoe snel je het vertrouwen krijgt. Je telt gewoon al snel mee bij een nieuwe opdrachtgever.’
`Of er ook nadelen zijn aan het werken als consultant? Tja, misschien het tijdelijke van je contract. Je weet nooit precies hoe lang het duurt voordat je opdracht is afgerond en waar je daarna terecht komt. Zal die opdracht net zo uitdagend zijn en zijn die mensen dan ook weer net zo leuk? Wat je verder wel eens merkt is dat een bepaalde klus eerder naar ‘eigen’ mensen gaat dan naar mij omdat ze willen dat de kennis in huis blijft. Dat kan jammer zijn, maar is ook wel heel begrijpelijk.
Het is denk ik zo dat je als consultant redelijk flexibel en makkelijk moet zijn. Zelf vind ik dit allemaal eigenlijk niet zo’n probleem.’

Collega’s
‘Ook al werk ik veel extern, ik houd toch een goede binding met Lencon zelf. We hebben sowieso minstens 4 keer per jaar in Noordwijk een overleg met alle collega’s, daar zijn dus ook de consultants bij. Verder wordt er regelmatig iets leuks georganiseerd, zoals een zomeractiviteit. En dan is er nog het jaarlijkse ski-uitje. Heel leuk!
Ik heb zeker niet het gevoel nergens echt bij te horen. Omdat je ook bij de opdrachtgevers gewoon mee gaat in de flow en niet als ‘inleen’ gezien wordt heb ik dus eigenlijk alleen maar méér collega’s!’

‘Er komt nog een foto bij dit artikel begrijp ik? Mijn LinkedIn foto is zwaar verouderd! Ik grap altijd dat als iemand een nieuwe profielfoto plaatst, die persoon op zoek is naar een andere baan.’ Lachend: ‘Maar nu moet ik toch ook echt zelf een nieuwe foto. Tja…’

Moog in Nieuw Vennep maakt deel uit van de Moog Industrial Group. Het internationale bedrijf is gespecialiseerd in motion control systems. De toepassingen worden gebruikt voor een zeer breed spectrum van afnemers; van automotive tot luchtvaart (zowel civiel als militair) en de medische industrie.

Vluchtsimulator en motion control

Al sinds 2011 ondersteunt Lencon het mechanische engineering team van Moog, met name bij grote drukte. Als senior design engineer heeft Andries Annema al heel wat vlieguren bij Moog erop zitten; soms voor korte opdrachten en een enkele keer ook voor een langer project.  ‘Wat er zo interessant is aan het werken voor Moog? Natuurlijk het soort opdrachten. Mijn ervaring zit vooral in engineeringsopdrachten voor de vluchtsimulators en driving simulators. Die eindproducten functioneren anders, vliegen of rijden is immers een totaal andere beweging, maar ze gebruiken wel dezelfde technologie. Motion control maakt dat het juiste, levensechte gevoel naar de gebruiker wordt overgebracht. En dat geldt ook voor toepassing in de medische sector; Moog ontwikkelde eerder onder andere dental trainers, een soort simulator voor tandartsen in opleiding. Zo konden tandartsen in opleiding echt op het behandelproces en de toegepaste techniek worden beoordeeld en getraind, in plaats van boren in een gipsen gebitsmodel met een beoordeling op basis van het eindproduct.’

Goud voor een engineer

‘Wat ik extra interessant vind, is het feit dat je als engineer bij Moog onderdelen ontwikkelt die buiten de deur worden geproduceerd, maar vervolgens weer bij Moog worden getest en ingeregeld. Daardoor zie je het product dat je zelf hebt ontwikkeld daar ‘live’ weer terug. De overgang van het computerscherm naar het fysieke onderdeel, wat je dan ook echt kunt zien en vasthouden; dat is voor een engineer echt goud. Dat levert zóveel extra informatie op, ook voor volgende opdrachten,’ vertelt Andries enthousiast.

Probleemstelling aanvliegen

‘Mijn achtergrond is HTS vliegtuigbouwkunde. Als klein jongetje wilde ik graag iets met ruimtevaart, maar dat bleek niet heel realistisch. Ja, het is voor een opdrachtgever als Moog grappig dat ik deze opleidingsachtergrond heb, maar het maakt eigenlijk niet uit welke technische opleiding je hebt gedaan. Het allerbelangrijkste wat je tijdens de opleiding leert, is een manier van denken. Je ontwikkelt het denkproces hoe je een probleemstelling moet aanvliegen. Hoe je van niets iets maakt.  Ik denk wel dat er in de praktijk een groot verschil is tussen het soort projecten in de vliegtuigbouw en een opdrachtgever als Moog. In de vliegtuigbouw werk je jarenlang aan een nieuwe ontwikkeling, terwijl ik vaak veel kortere trajecten doorloop, waardoor je ook sneller het resultaat en de toepassing ziet. Dat werkt voor mij heel goed.’

Doorrekenen vervroegen

We vragen Andries naar zijn meerwaarde, zowel voor Moog als voor Lencon. Daar hoeft hij niet lang over na te denken. ‘Naast senior engineer ben ik ook IT manager bij Lencon. Dus ik combineer twee werkvelden in de praktijk. Dat is redelijk uniek, en die mix maakt mij echt gelukkig. Ik snap beide werelden en spreek de specifieke taal. Dit dubbele ei moet ik echt in mijn werk kwijt kunnen. Zo heb ik bij Moog jaren geleden een fundamentele wijziging in de werkwijze kunnen doorvoeren, júist door die combinatie. Kijk, als engineers iets ontwikkelen, dan komt er een moment dat je moet gaan doorrekenen. Een analyse erop loslaten om te zien of je model aan alle criteria voldoet. Voordat je kunt gaan analyseren, zit je vaak al op zo’n 75% van de ontwikkeltijd en dus erg dicht op de eindfase. Als er dan op basis van de uitkomsten nog het nodige gewijzigd moet worden aan het model, dan ontstaat er tijdsnood en dus stress. Idealiter wil je dus eerder kunnen doorrekenen en die analyse op het 3D-model zo’n beetje op de helft van het ontwikkelproces laten plaatsvinden, waardoor je rustiger naar de eindstreep gaat. Zonder in al te veel technische details te treden; het vervroegen van dat doorrekenen, dát is precies wat ik bij Moog in 2017 heb kunnen introduceren.’

Kracht van IT en engineering

‘Daarna lag er nog een mooie uitdaging. De inkoopafdeling verzamelt het pakket van technische tekeningen om de onderdelen her en der te laten produceren. Het verzamelen van de juiste tekeningen was erg bewerkelijk voor de inkopers en een foutgevoelig proces. Door een klein en slim ondersteunend computerprogramma te schrijven is ook dat proces enorm vereenvoudigd. Deze optimalisaties zijn me gelukt door de kracht van IT en engineering te combineren. Zulke ontwikkelingen en verbeteringen, daar word ik écht heel blij van. Ja, inmiddels werken we ook zo bij Lencon.’

In andere keukens kijken

Werk je graag voor Moog? ‘Ja, ik ben heel enthousiast over mijn ‘huwelijk’ met Moog. Het grote voordeel is dat ik de organisatie en de werkzaamheden daar ondertussen zo goed ken, dat ik direct mee kan stampen’, vertelt Andries. ‘Als ze me nodig hebben, dan kan ik zonder inwerktijd gewoon meteen meedraaien. En zo lang als ik de consultancy kan combineren met mijn IT werk bij Lencon, ben ik blij. Het leuke van consultancy is toch dat je weer andere kennis opdoet. Zo’n kijkje in andere keukens is ook voor je eigen ontwikkeling belangrijk. Technologisch is het heel interessant om meer te weten van andere sectoren. Dan kun je kruisbestuiving toepassen, zoals je dat bijvoorbeeld ook ziet in de ruimtevaart. ‘Hé, als ik die technologie nou eens hier benut…’. Ik vind het mooi en uitdagend om over de grenzen van je eigen branche heen te denken.’

Meer lezen over een van de Lencon projecten voor Moog?

Nicolas Verhulst en Maxine Rietveld werken beiden als design engineer bij Lencon en geven ons een inkijkje in het ontwikkelproces. Vandaag zoomen we, na twee eerdere artikelen, in op het maken van een model en het opleveren van het eindproduct.

‘Met een model maak je het ontwerp tastbaar. Vooraf bedenk je welke vraagstukken je met een model wilt beantwoorden. Is het formaat belangrijk? Zo ja, dan ga je het op de juiste schaal maken. Wil je meer weten over de beweging? Dan moet er een motortje in. Het wordt pas echt als je het bouwt. Dan krijg je veel meer inzicht in de kern van je probleem. Op basis van dit soort afwegingen bepaal je wat voor soort model passend is: een spuugmodel (quick en dirty, dit hangt bij wijze van spreken van spuug aan elkaar), een proof of concept of een prototype. Zo snel mogelijk een model willen bouwen, dat is overigens echt iets voor industrieel ontwerpers. En het ideale is dat we hier bij Lencon een eigen werkplaats hebben met materialen, gereedschappen en enkele 3D-printers. Omwille van de snelheid maken we bij de bouw van een model vaak creatief gebruik van bestaande materialen. Dan zijn we inderdaad bezig als een soort MacGyver.’ Enthousiast: ‘Dat is echt een enorm fascinerende fase.’

Werkt iedereen met modellen?

‘We stimuleren dat wel. Het gevaar van al die mooie 3D computerprogramma’s is dat we allemaal op schermen zitten te kijken. Maar als je te lang achter de computer zit, verlies je het contact met de realiteit. Je verliest bijvoorbeeld je gevoel voor schaal. Hoe soepel gaat dat product straks bewegen? Zitten de knoppen wel op een logische plek? Dat zijn hele praktische vragen, waar je pas in de echte wereld antwoorden op vindt. Wat we ook soms doen, als we met meerdere collega’s aan een opdracht werken, is dat ieder een eigen model maakt, op basis van eigen inzichten. Want soms dénk je wel dat je het over hetzelfde hebt, maar als je het model van de ander ziet en vasthoudt, dan pas is het ‘Oh… jij bedoelt het op die manier’. Dat is heel leerzaam en vaak ook verrassend.’

Laat je zo’n spuugmodel aan klanten zien?

‘Het is logisch dat klanten ook graag al iets willen zien in dat stadium. Vaak reageren ze er heel goed op, maar het is aan jou om vooraf in te schatten of de klant erdoorheen kan kijken. Als ze denken ‘Ik betaal veel geld en nu krijg ik iets van karton met tape’, dan is dat natuurlijk niet de bedoeling. Dus soms kiezen we ervoor om gebruik te maken van hele inzichtelijke posters. Dan kunnen we, ook zonder dat het 3D is, de bedoeling zichtbaar maken aan de klant.’

‘Weten we meer over wat het ontwerp moet kunnen, dan maken we een realistisch model, soms op schaal, waarmee we werkelijk kunnen gaan testen. Alles wat we dan gaan meten, komt uit het opgestelde Programma van Eisen. Het product moet immers aan die eisen voldoen. Ook hier gaan we weer zelf bouwen en kijken of we tegenstrijdigheden in het ontwerp tegenkomen. Je moet het echt fysiek kunnen beoordelen. In deze fase van het proces ben je meer wetenschappelijk bezig met verwachtingen, het analyseren van resultaten en metingen tegen elkaar afzetten. En op basis van die resultaten bepaal je dus wat wel of niet haalbaar is. De focus ligt vooral op het testen van de zaken waar de grootste risico’s liggen voor het product, je project of je gebruiker.’

Ben je nu in de ideefase of conceptfase bezig?

‘We voegen die soms samen, zoals ook in het project waar we nu aan werken. De ideefase is heel breed, dan verzamel je ideeën. Het concreter maken, dat is meer de conceptfase. Daar kijken we ook hoe onderscheidend we kunnen zijn. Om de gevolgen van keuzes duidelijk te maken, vergroten we sommige eigenschappen uit om te testen hoe de klant daarop zal reageren. Klein of piepklein? Snel of supersnel? Ook hier proberen we dat te onderbouwen met fysieke modellen. Soms kan dat niet, maar dan geef je wel een presentatie op basis van CAD-modellen, handmatige schetsen of renderingen. Alles is bedoeld om weer goed af te checken bij je klant wat de wensen zijn.’

En hoe zit het met een prototype?

‘Dat kan van karton zijn of echt een volwaardig model. We beoordelen wat er voor dat project nodig is. Soms is het prototype, het concept, ook werkelijk het eindproduct. Tja, als je klant maar één exemplaar nodig heeft… Dat is dus ook belangrijk om bij de start van het proces te identificeren. Om hoeveel stuks gaat het? 1 of 10? 100 of 1000? En wat kunnen wij daarin doen? Voor een klant uit de automotive branche, die miljoenen stuks nodig heeft, maak je hele andere afwegingen.’

‘Dus hoe je een ontwerp oplevert, dat kan per opdracht verschillen. Is het een seriematig product, dan gaan we naar de detailleringsfase. Welke schroefjes? Wat voor kunststof? Printplaat ontwerpen en laten bouwen. Het opstellen van handleidingen. We werken aan alle details en betrekken ook de collega’s hierbij.’

‘Voor ons is het heel leuk om het product in het écht te zien. Dus van je computerscherm via modellen naar het eindproduct. Het geeft zo veel voldoening om een niet-bestaand-product te bedenken. Als je dat dan aan het eind echt in je handen hebt… en aan de eindgebruiker kunt overhandigen… Dat missen we soms trouwens. Wij maken niet altijd de eindgebruiker mee, de klant zit er immers tussen. De feedback van de eindgebruiker is wel essentieel. Ja natuurlijk is het ook leuk, maar vooral echt nodig. Maar dat kan niet altijd, je moet ook voorkomen dat de concurrent er lucht van krijgt.’

‘Hebben we ’t ontwerp opgeleverd? Dan is het aan de klant. Doen ze de eigen productie? Dan trekken ze alles naar zich toe en scheiden onze wegen. Natuurlijk hoop je dat je ooit ergens je product tegenkomt. Maar meestal maken wij B2B producten, dus die kom je niet snel meer tegen. Doen we bij Lencon de productie? Dan zien we het product in een doos het pand verlaten. Ja, da’s heel mooi.’

Als senior design engineer heeft Jacco het bij Lencon enorm naar zijn zin. ‘Ik werk hier nu ongeveer een jaar, maar ben al zo’n 30 jaar actief als engineer. Wat ik fijn vind aan het werken bij een bedrijf als Lencon is de veelzijdigheid. Je werkt steeds aan andere producten, voor andere markten. Dan ontstaat er een soort creatieve kruisbestuiving. ‘Hé, wat ik een tijdje terug daar heb toegepast kan ik op een iets andere manier ook bij dit design gebruiken’. Die brede scope als allrounder maakt het voor mij extra interessant. Daarnaast is Lencon ook gewoon een hele leuke club.’

BROUWEN EN BLAZEN

Naast zijn werk bij Lencon heeft Jacco twee hobby’s. Allereerst het brouwen van stevig bier. Dat doet hij nu zo’n 5 jaar, samen met zijn buurman. Lencon collega’s hebben al eens wat brouwsels mogen proeven. ‘En we sluiten niet uit dat we ooit een speciaal Lencon-bier gaan ontwikkelen.’ Daarnaast bespeelt hij sinds zijn 17e de trombone. ‘Waarom ik voor de trombone heb gekozen? Dat was geen keuze, het is meer toeval. Samen met een vriend ging ik naar een muziekvereniging, waar we allebei tenorsax wilden leren spelen. Maar ze bleken maar één sax te hebben. En een trombone. Ik zei toen ‘Ok, dan doe ik dat maar.’ En dat bleek een hele goede match, ik heb geen moment spijt gehad van mijn keuze. Een trombone is heel veelzijdig en heeft een mooi warm geluid; minder schel dan een trompet.’

VAN THE WALL TOT WAGNER

‘Ik speel vrij fanatiek bij Harmonie Katwijk én ik doe het nodige invalwerk of extra klussen. Bijvoorbeeld bij ensembles, een ander harmonieorkest, het Leids symfonieorkest of een bandje met blazers, waar we meer pop-nummers spelen. Ik vind het allemaal leuk. Ik heb niet echt een voorkeur qua muziekgenre, ik ben heel breed inzetbaar. Ik wil wél graag iets te doen hebben. Geen solo’s hoor, maar twee keer een nootje blazen tijdens een optreden, dat vind ik echt te weinig. Mooie uitdagingen? We hebben vanuit de muziekschool ooit The Wall van Pink Floyd gedaan, dat was heel gaaf om te doen. En met het symfonieorkest vind ik zware stukken van Wagner wel fijn, daar zit voldoende werk in voor de trombone.’

NIEUWE ENERGIE INBLAZEN

‘Het is mooi hoe dat werkt. Overdag bij Lencon ben ik druk bezig met vraagstukken en het bedenken van mooie technische oplossingen. Dan kan ik aan het eind van de dag best moe zijn en heb ik eigenlijk niet veel zin om te gaan oefenen. Maar ik ga wel. Ik wéét dat blazen nieuwe energie geeft… Dan laat ik alles los en focus ik volledig op de muziek. Het samenspel met de andere muzikanten is daarbij heel belangrijk. Ja, daar zit zeker een parallel met het werken bij Lencon. Ik ben nou eenmaal graag actief als teamspeler.’

‘Uitvinder, dat wilde ik als kind al worden. Het woord roept een hele wereld op, ook van romantiek en nostalgie. Senior design engineer is mijn officiële functienaam. Maar dat zegt jou toch ook veel minder?’

Patrick Kerkhof werkt sinds 1 april 2021 bij Lencon. ‘Bij mijn vorige werkgever werkte ik ook als uitvinder op een ontwerpafdeling. Daarnaast heb ik meegewerkt aan het tv-programma ‘Het beste idee van Nederland’. Daar heb ik kandidaten begeleid en bijgedragen aan de selectie van het beste idee. Dat was heel gaaf om te doen.’

MEER DAN EEN ONTWERPBUREAU

‘Wat ik zo leuk vind aan Lencon? Het brede portfolio vind ik heel interessant. En we zijn meer dan een ontwerpbureau, waar ze het ontwerp overdragen aan de opdrachtgever. Hier doen wij het hele project, tot en met het maakproces. Ik zit niet alleen achter mijn bureau en de computer, maar doe ook heel veel in onze geavanceerde werkplaats. Een prototype maken is een superleuk onderdeel van mijn werk. Als engineer blijf ik lang bij het proces betrokken, zelfs tot en met de begeleiding van de productie. Ik ken niet veel organisaties die, zoals hier bij Lencon, het héle traject doen.’

WERKPLAATSWALHALLA

‘Onze werkplaats, waar we ook technische producten voor bedrijven assembleren, is voor mij een perfecte uitvalsbasis; een walhalla. Bij een bedrijf zonder werkplaats wil ik niet werken, dat lijkt me heel onhandig. Want als ik nu een ontwerp heb gemaakt, dan zet ik ’s avonds de 3Dprinter aan het werk. En wat ik dan de volgende dag in mijn handen heb, dat vertelt me zó enorm veel. Wat is goed, wat kan beter? Natuurlijk kunnen computers heel veel, maar het tastbaar maken van je ontwerp, dat is voor mij onmisbaar.’

DROOGKLOTERIGHEID

‘Ik werk samen met een hele gezellige club mensen. We hebben een klik, het is alsof we op dezelfde frequentie zitten. Niet alleen vaktechnisch, maar ook persoonlijk. Werk moet wat mij betreft aansluiten op wat je kunt én op wie je bent. Ik ben een droogkloot en het voelt zo goed als collega’s dat snappen, als je elkaar verstaat. Of droogkloterigheid een selectiecriterium voor Lencon moet worden? Misschien is dat wel een goed idee!’

VRIJHEID

‘Niemand kijkt er hier gek van op als je zegt dat je een stuk grond wilt aanleggen om een wiedrobot te testen; je krijgt als ontwerper de vrijheid die je nodig hebt om je werk goed te kunnen doen. En informatiezuilen die we ontwerpen en willen testen op weersbestendigheid? Die halen we gewoon hiernaartoe, ondanks dat die dingen vijf meter hoog zijn. En dan natuurlijk regelmatig besproeien met een tuinslang om die regen na te bootsen. Hoe leuk is dat! Al met al ben ik superpositief over mijn overstap naar Lencon. Maar dat had je vast al begrepen…’

Ben jij ook een echte uitvinder en word je blij van onze werkplaats? Of werk je liever bij opdrachtgevers aan de nieuwste producten? Laat dan wat van je horen. Wie weet zitten we binnenkort aan de koffie tijdens een kennismakingsgesprek.

Bekijk onze vacatures.

Nicolas Verhulst en Maxine Rietveld werken beiden als design engineer bij Lencon en nemen ons stap voor stap mee in het ontwikkelproces.

Hoe komen jullie tot een projectvoorstel?

‘De klant komt bij Lencon met een vraag voor een ontwerp of herontwerp. Is de klantvraag voldoende duidelijk, dan is het aan ons om met een gefundeerd projectvoorstel te komen. De klant wil uiteraard graag een inschatting ontvangen qua tijd en kosten. Het ontwerpproces zelf verloopt op hoofdlijnen, van een ideefase, naar een conceptfase tot een detailleringsfase. Heel vaak kunnen we voor die eerste fase de meest nauwkeurige inschatting geven. Daarna wordt het vanzelfsprekend minder exact, omdat je nog niet weet welke kant het proces opgaat qua oplossingen. Het maken van zo’n inschatting is vooral gebaseerd op ervaring, waarbij je het vermogen moet hebben om voorspellend te denken. Want je begint soms aan een traject waarbij het gaat om het ontwikkelen van onderdelen voor iets wat nog helemaal niet bestaat. Engineering bestaat in de kern uit problemen identificeren en oplossingen zoeken.’

Hoe vaak zitten jullie met de klant rond de tafel?

‘Oef… dat verschilt. We hebben zo veel verschillende klanten. Van eenmansbedrijfjes tot gemeenten of grote multinationals en alles wat ertussenin zit. Ze hebben allemaal hun eigen processen en voorkeuren. Sommigen willen graag wekelijks voortgangsoverleg, anderen meer een soort ‘milestone-overleg’. En het hangt natuurlijk ook af van de fase waarin het proces zich bevindt. Wij zijn bij Lencon in ieder geval flexibel en kunnen het proces op maat inrichten, het is maar net wat de klant prettig vindt. Wel bouwen we nadrukkelijk gezamenlijke beslismomenten in. Dus als er knopen doorgehakt moeten worden, echt keuzes worden gemaakt, dan leggen we dat samen vast. Ja, wij zijn de engineers, maar de klant moet akkoord geven en volmondig meegaan in het proces. En als een klant koppig vasthoudt aan zijn eigen idee en wij iets anders adviseren? Dan heeft de klant het uiteindelijk voor het zeggen, die heeft het beslissingsrecht. Gelukkig zitten we bijna altijd op één lijn.’

Wanneer begin je met ontwerpen?

‘Daar kunnen we geen algemene termijn voor geven. Eigenlijk als we voldoende weten! We doen altijd een analysefase om de producteisen boven water te krijgen. In sommige gevallen doorlopen we vóór die analysefase nog een extra exploratie- of verkennende fase om de context en haalbaarheid van een project helder te krijgen. Dat kan nodig zijn, zeker als ook de klant zelf nog veel vraagtekens heeft. Dan is het aan ons om alle informatie boven tafel te krijgen en de juiste vragen te stellen. ‘Wat moet het apparaat kunnen? Door wie wordt het gebruikt? Hoe lang? Onder welke omstandigheden? Van welk materiaal? Waar moeten we rekening mee houden?’. Het kan in uitzonderlijke situaties wel maanden duren voordat je met het daadwerkelijke ontwerpen begint, bijvoorbeeld bij het bijzondere project waar wij nu samen aan werken.’

Wie zijn er betrokken bij het ontwerpproces?

‘Het mooie bij Lencon is dat we collega’s over en weer laten meekijken en meedenken. Dus niet pas in het laatste stadium trots laten zien ‘Kijk eens wat ik heb gemaakt’, maar elkaar al eerder betrekken bij reviews en brainstorms. Dat is leuk om te doen én heel nuttig. Zo gebruiken we de interne ervaring en inzichten optimaal. Dan vragen anderen bijvoorbeeld ‘Heb je daaraan gedacht?’ En dan denk je ‘Oeh… dat is een goeie!’ We zetten elkaar op scherp. Je wilt immers problemen en vraagstukken zo vroeg mogelijk identificeren en daar oplossingen voor zoeken. Niet later pas erachter komen dat wat je hebt bedacht helemaal niet in elkaar gezet kan worden. Omdat we ook inhouse assemblage doen, kunnen we de collega’s van assemblage ook vragen: ‘Hoe zou jij dit in elkaar zetten?’. Zij kijken er met andere ogen naar en komen weer met nieuwe input.’

Volgende keer: ‘Het wordt pas echt als je een modelletje bouwt’.

Nicolas Verhulst en Maxine Rietveld werken beiden als design engineer bij Lencon. Een platte organisatie met weinig verschillende functienamen. Nicolas: ‘We doen engineering, maar daar zit ook design in. Natuurlijk heeft ieder zo zijn eigen specialisatie, maar dat is niet gekoppeld aan de functienaam.’
 
In kleinere projecten moeten ze soms rollen combineren. ‘Ja die combinatie van inhoudelijk engineer en projectleider kan best lastig zijn. Als engineer wil je natuurlijk altijd meer tijd besteden aan de inhoud en als projectleider kijk je ernaar vanuit een andere scope en let je bijvoorbeeld meer op de planning,’ zegt Nicolas.

Hoe verloopt zo’n ontwikkeltraject binnen Lencon?

‘Peter Baaij, onze business development manager, is het startpunt. Hij onderhoudt het contact met zowel nieuwe als bestaande klanten en is hét kanaal voor nieuwe vraagstukken. Heeft een bedrijf eigen engineering in huis, maar hebben ze een capaciteitsprobleem? Dan zetten we onze consultants in, die als engineer op locatie van de klant het team komen versterken. Hebben bedrijven geen engineering in huis? Dan pakken we het project hier intern op.’

Waarom kiezen bedrijven voor Lencon?

‘Klanten waar we eerder voor hebben gewerkt komen weer terug en zijn dus tevreden over de engineering én de samenwerking. Én onze productie in huis is ook echt wel bijzonder en onderscheidend, dat kan zeker ook een reden zijn om voor ons te kiezen. Wij hebben de mogelijkheid om hier in onze werkplaats kleine series van producten te maken. Een eerste serie of het eerste deel van de productie. Onze van a tot z benadering, met een eigen assemblage-unit, dat bevalt klanten heel goed.’

‘Het project waar Maxine en ik nu aan werken is bijzonder. Het is een opdracht voor een bedrijf dat wél eigen engineers in huis heeft, maar waar ze die liever voor hun corebusiness willen gebruiken. Dus wij werken aan dit vraagstuk met de frisse en creatieve blik van een externe partij. Het is een opdracht in de agro-branche, maar verder kunnen we er inhoudelijk niets over vertellen, we hebben ook een geheimhoudingsverklaring ondertekend, wat overigens wel vaker gebeurt.’

‘Geheimhouding is logisch natuurlijk. Wij zijn ons ook heel bewust van het belang van de ontwikkeling waar we mee bezig zijn. Nee, dan kun je op een verjaardag niet heel trots vertellen wat je doet, maar dat weten we. Overigens is dat voor ons toch al lastig omdat we veel B2B productontwikkeling doen. Dus zelden ziet iemand wat wij hebben gemaakt, zoals een instrument voor in een ziekenhuis of laboratorium bijvoorbeeld; daar kom je nooit. Het was trouwens wel gaaf dat we in de begintijd van de coronapandemie met ons team hier in één week een desinfectiezuil hebben ontworpen en gemaakt. Die zag je wél overal staan. En daar waren we met z’n allen ook hartstikke trots op.’

Engineering bestaat in de kern uit problemen identificeren en oplossingen zoeken. Hoe dat zit? Daarover een volgende keer meer…

Geluksvogels, dat zijn we hier bij Lencon. Naast het feit dat we een team van geweldig leuke mensen hebben én boeiend en uitdagend technisch werk doen, ligt ons bedrijf ook nog eens op een unieke en zeer aantrekkelijke locatie. Daar kunnen we natuurlijk zelf over vertellen, maar nog leuker is het om collega Jaap van der Plas aan het woord te laten. Naast assembly engineer is hij fanatiek golfsurfer.

JAAP IS DOING SWELL

‘Lencon ligt dicht bij de kust én bij mijn woonplaats Katwijk: een ideale locatie. Ik ben met golfsurfen begonnen dankzij een praatje met een passant op het strand in Katwijk. Dat was in 2009. We hadden het erover hoe mooi de Katwijkse kust is en hoe ideaal voor watersport. Hij vroeg me of ik aan surfen deed. Nee dus. Zijn vraag liet me niet meer los en na een maandje heb ik mijn eerste wetsuit gekocht. Klein detail; ik had nog geen plank, dus ik kon nog niet surfen.’

‘Voor mijn verjaardag kreeg ik van mijn vrouw Gineke mijn allereerste golfsurfplank: een NSP 7’6”. Whoohoo! Ik ben gelijk het water ingegaan en bakte er niks van. Maar de aanhouder wint: na 3 maanden ploeteren reed ik mijn eerste golf. En toen was ik hooked. Doordat ik regelmatig ging surfen met een groepje écht goede surfers – en ik waardevolle tips kreeg – werd ik steeds beter.’

‘Wat ik mooi vind aan surfen is het moment waarop je de golf aan voelt zwellen en begint mee te peddelen om de start maken… dat is zoiets magisch! Dat geeft mij een geluksgevoel dat ik in geen enkele andere sport kan vinden. Voor mij is het bijzondere denk ik, dat verschillende factoren bij elkaar komen en samensmelten tot iets unieks. Ik heb me weleens verdiept in het ontstaan van een golf en hoe deze zich ontwikkelt tot iets waar je met een plank op kan rijden. Van een rimpeltje in de oceaan tot aan de golf die uiteindelijk breekt aan de kust: mindblowing.’

‘Surfen doe ik vooral in Katwijk. Het ideale surfweer? Windstil, met een sterke swell uit het noorden. De temperatuur maakt mij niet zo heel veel uit, daar heb ik verschillende wetsuits voor liggen. En als de golven goed breken, dan maakt wind of kou echt niks meer uit. Dan ga ik gewoon, zoals ze dat hier zeggen, ‘ff een zoute bakkes halen’. Tot windkracht 6 á 7 ga ik surfen, dat vind ik nog verantwoord. Bij een harde zuidwester en hoge golven laat ik me afzetten in Wassenaar en dan brengt de stroming mij uiteindelijk weer terug in Katwijk. Zo’n sessie duurt ongeveer twee uur. Surfen doe ik wel het hele jaar door, maar zomers is het vaak flat, dus dan komt het er niet van. Het werkelijke golfsurfseizoen loopt van oktober tot april/mei, waarbij je afhankelijk bent van wat er op de Atlantische Oceaan gebeurt qua stormen. Zij veroorzaken de swell, en die golven reizen via de noordkant van Schotland naar de Noordzee; dát is de ideale swell voor als je in Nederland surft.’

‘Maar we reizen ook graag naar plekken waar je geen wetsuit hoeft te dragen. Waar je in je surfshort en lycra-shirt bij 25 graden op golven van 1 tot 1,5 meter kan surfen, zoals Madeira, Fuerta Ventura, Tenerife of Molliets. Californië, Huntington Beach, dat is voor mij de meest memorabele ervaring. Alles ademt daar surf, en de vibe is niet te beschrijven. Daar moet je zijn geweest. Hawaii moet ook super zijn, maar toen wij daar waren was er geen rimpel op het water te bekennen, haha.’

‘De plek waar ik altijd terugkeer is Playa Americas op Tenerife. Met Gineke en onze dochters (Merel van 8 en Carlijn van 4) komen graag op die geweldige bestemming. De golven komen daar heel loom binnen, wat je ruim de tijd geeft om te starten. Zo kun je een lange ‘ride’ maken, waarna ik met een grote grijns op mijn gezicht aankom op het strand. ’s Ochtends vroeg kan ik een sessie doen terwijl de meiden lekker ontbijten en ‘s avonds ga ik nog een keer. Dan chillen mijn dames lekker bij het zwembad of doen ze mee met de kinderdisco.’

‘Vanaf Lencon is het ongeveer 15 minuutjes rijden naar het strand, maar eerlijk gezegd heb ik dat nog niet rechtstreeks vanuit werk gedaan. Nu we het er zo over hebben, denk ik er wel over om straks, als het surfseizoen begint, het toch zo te doen. Ik weet wel zeker dat Lencon dat ok vindt, want ik heb nog nooit een werkgever gehad die zo meegaand, ontspannen en begripvol met situaties omgaat. Wat dat betreft ben ik hier echt met mijn neus in de boter gevallen en kan Lencon mij als persoon alleen maar laten groeien, in alles wat ik doe.’

‘Tot slot voor de liefhebbers nog even over mijn gear. Ik heb een NSP 7’6” die ik zowel voor kleine golven en golven van 1,5 meter kan gebruiken. Mijn oogappel is mijn eigen gebouwde en geshapede board van 6’4” met quad-fin setup. Dit is een kruising tussen een shortboard en een fishboard. Hier heb ik voor gekozen omdat de golven in Nederland vaak wat mushy zijn en met meer volume in mijn board (fishboard) kan ik toch het meeste uit de golf halen. In de wat hollere golven wil ik toch wat meer agressieve manoeuvres kunnen maken, dus dat board gaat mee op reis naar de surfspots.’

We hebben een nieuwe collega die ons team komt versterken. Graag stellen we je voor aan, Peter onze nieuwe ervaren Senior Technical Sales Specialist. 

Na het volgen van een technische opleiding startte Peter als werktuigbouwkundig tekenaar/constructeur bij een machinefabriek. Al snel bleek hij naast interesse in techniek ook een uitdaging te zien in projectmanagement en verkoop. Hij combineerde deze aspecten in verschillende functies en bedrijven. Zo deed hij ervaring op in de kunststof-en rubberindustrie en de daarbij behorende productietechnieken zoals spuitgieten en extruderen.

“Voor mij is het altijd belangrijk dat ik kennis heb van materialen en technieken als ik in gesprek ben met klanten. Zo kan ik klanten het beste begeleiden tijdens het traject”.

Na 10 jaar gewerkt te hebben in de speciaal machinebouw was hij 10 jaar werkzaam als project manager en business development manager in de wereld van medische disposables. Vervolgens werkte hij ruim 12 jaar als productspecialist en key accountmanager bij een internationaal bedrijf dat zich o.a. bezig houdt met de ontwikkeling, productie en levering van afdichtingen en trillingsdempers.

Met zijn kennis en ervaring komt Peter het Lencon team versterken waarbij hij zich vooral zal richten op het contact leggen met nieuwe klanten en het binnenhalen en begeleiden van projecten bij bestaande en nieuwe klanten.

We blijven groeien dus lijkt het jou ook leuk om voor Lencon te werken? Bekijk dan onze site voor alle vacatures.

Wij zijn alweer een week lang vanuit onze thuiskantoren of andere veilige locaties aan het werk.

Laten we allemaal samenwerken en sterk blijven in deze moeilijke tijd!

Groeten, Team Lencon